De dromerigheid van een muziekdoosje

Hebenstreit’s Bach │ La Goia Armonica │ Ramée, Outhere music, mei 2022
Bach

Toen Johann Sebastian Bach (1685-1750) in 1717 kapelmeester werd in het Duitse vorstendom Anhalt-Köthen, leerde hij er een bijzondere muzikant kennen. De kans is groot dat het Pantaleon Hebenstreit was. Die had bijna dertig jaar eerder het idee gekregen om een groot instrument te bouwen, dat gebaseerd was op het timpaan, dat op zijn beurt afgeleid was van de middeleeuwse doucemelle: een instrument in een trapeziumvormige opstelling waarbij snaren, die over het klankbord worden gespannen, worden bespeeld door er met hamertjes op te slaan. Anders dan zijn voorlopers had het instrument van Hebenstreit een bereik van liefst vijf octaven. In 1705 had Hebenstreit het instrument voorgesteld aan Lodewijk XIV, die er zo van onder de indruk was, dat hij het instrument ‘pantaleon’ noemde, als eerbetoon aan de maker ervan. Het was de start van een groot succes en een bekendheid van instrument en maker in heel Europa.

Het panteleon werd een inspiratiebron voor latere instrumentenbouwers die er de pianoforte op baseerden, een instrument dat al snel de pantaleon naar de achtergrond liet verdwijnen.

De mogelijke ontmoeting tussen Bach en Hebenstreit was het onderwerp waarmee de Oostenrijkse dulcimerspeler Margit Übellacker en de Duitse organist Jürgen Banholzer aan de slag gingen: welke muziek zou Pantaleon Hebenstreit gearrangeerd hebben voor zijn instrument? Misschien wel muziek van Bach? Dat zou best kunnen, toch, vermits Bach in Köthen kennis had gemaakt met een pantaleonspeler, mogelijk Hebenstreit zelf. En dus maakten Übellacker en Banholzer arrangementen voor orgel en dulcimer/pantaleon. Onder andere de vioolsonates BWV 1019 en 1023 kregen een nieuw arrangement, net als de bekende prelude voor uit de Partita BWV 1006.

In ruim een uur leren we zo een bijzonder instrument kennen met een klank waaraan we vandaag moeten wennen. De kenmerkende galm van het instrument doet nog het meest denken aan een muziekdoosje. Eenmaal je de klank gewoon bent, wordt de uitgave van La Gioia Armonica, het ensemble van Margit Übellacker en Jürgen Banholzer een pareltje: de muziek blijft – letterlijk en figuurlijk – nazinderen. De arrangementen van Bach voor de Pantaleon zijn intrigerend en brengen – verrassend genoeg – rust.

Deze uitgave verdient om beluisterd te worden. Mij is ze alleszins erg meegevallen.

Bart Debbaut, juni 2022