Betoverende schoonheid
Handel Enchantresses │ Sandrine Piau & Les Paladins olv. Jérome Correas │ Alpha Classics
Ik geef het toe: als het op Georg Friedrich Händel aan komt, is het voor mij zeer moeilijk om objectief te blijven. Al sinds jaar en dag behoort Händel immers, samen met nog enkele andere klassieke componisten, steevast tot één van mijn favorieten. Een recensie schrijven over een CD met muziek van Händel is voor mij dus tegelijkertijd zowel een plezier als een zware opgave. Een plezier omdat ik, zelfs nu nog, op deze CD aria’s van Händel “ontdek” die ik nog niet kende. En een zware opgave, omdat het niet evident is om mijn enthousiasme in te tomen. Maar ik zal het proberen en ik hoop dat u, de lezer, me bij voorbaat vergeeft mocht ik me toch laten meeslepen.
Met de ‘Enchantresses‘ brengt de Franse sopraan Sandrine Piau, samen met het ensemble ‘Les Paladins’ onder leiding van dirigent en clavicinist Jérome Correas hulde aan de heldinnen in Händel’s opera’s.
Heldinnen die het in de meeste opera’s -niet alleen die van Händel trouwens- vaak zwaar te verduren krijgen. Of het nu Cleopatra is die in Giulio Cesare met Piangero la sorte mia haar droevige lot beweent, of Almirena die met het ontroerende Lascia ch’io pianga in Rinaldo haar ontvoerder om de vrijheid smeekt, geen van deze dames bleef gespaard. Zelfs de machtige tovenares Alcina, die haar kunsten gebruikt om nietsvermoedende helden naar haar eiland te lokken, verliest op het einde van de opera haar kracht en gaat ten onder wanneer ze door de ware liefde verslagen wordt. Oog in oog met de dood, zingen al deze heldinnen hun mooiste aria’s.
Dit was het uitgangspunt van de ‘Enchantresses’ en van de selectie aan aria’s -sommige grandioos, andere weer opvallend door hun ingetogenheid- en instrumentale stukken die voor de nodige variatie zorgen, zonder daarbij de de noodlottige sfeer uit het oog te verliezen. Hierdoor kan de CD als een modern pasticcio beschouwd worden, een opera-vorm die vooral tijdens de vroegere 18de eeuw populair was, en waarbij fragmenten uit verschillende opera’s werden samengebracht en afgewisseld met enkele instrumentale stukken. Ook Händel organiseerde als concertmeester in London, verschillende van deze pasticcio’s met eigen werk zowel als werk van zijn collega’s.
Händel beroert en beweegt. Of, om het met de woorden van niemand minder dan Mozart te zeggen: “Händel begrijpt de creatie van stemming beter dan wie dan ook. Wanneer hij het wenst, slaat hij toe als een donderslag!”
Jacques Kinnaer